13 zaak daarmede vereenigen en stelt zij voor, in plaats van de twee lsle alinea's van het artikel te lezen als volgt De eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder van een perceel, waar gebouwd of gesloopt wordt, is verplicht dit, voor zooverre het aan den openbaren weg grenst, daarvan doof schuttingen, ter plaatse en ter hoogte door burgemeester en wethouders te bepalen, af te scheiden. Deze schuttingen en de steigers, welke bij het op trekken of sloopen van een gebouw gesteld worden, zoowel als de loodsen, welke aan de zijde van den openbaren weg binnen of tegen de schuttingen ge plaatst worden, moeten zóó gesteld en ingericht zijn, dat zij voor de veiligheid geen gevaar opleveren en dat geene bouwstoffen noch afbraak op den openbaren weg kunnen vallen; zij moeten van zonsondergang tot zonsopgang aan den openbaren weg, ter hoogte van 4 a 5 M. van bedoelde, behoorlijk verlicht zijn en worden weggeruimd binnen den door burgemeester en wethou ders gestelden termijn». In de 3<ie alinea regel zes te lezen als volgt: //een stuk hout, waaraan op een afstand van één M. buiten den gevel is bevestigd.» Art. 20. De heer Scheltus zegt: De bepaling acht ik zeer goed; maar wat doet de gemeente in het Valkenberg achter de banken Naar aanleiding van de door den heer Scheltus gedane vraag stelt de commissie voor, achter de woorden //het is verboden» in te lasschen //tenzij met vergunning van burgemeester en wethouders». Art. 21. De heer Scheltus stelt voor het woord //tijd» te veranderen in »duur» Naar 't oordeel der commissie kan het woord //duur» niet worden gebruikt, indien het werkwoord //verstrijken» behouden wordt. De commissie acht het dan beter te lezen //wanneer de tijd, waarvoor de vergunning is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 13