5
Art. 4.
De heer Scheltus zegt
Ook niet volkomen duidelijk. Zoo in regel 2 het woord //den»
moet dat niet zijn //een//
De strekking van dit artikel is er voor te zorgen
dat de woningen ook van de achterzijde voldoende licht
en lucht ontvangen.
De commissie meentdat hier bij de woorden //voor
of achtergevel// het bepalend lidwoord behoort. Men
denkt hier aan een bepaald huisdat in aanbouw is
zoodat ook van den voor- of achtergevel moet worden
gesproken.
Art. 5 en art. 7.
De heer Verschraage zegt
Zooals artikel 5 is geredigeerd, heeft het den schijn, alsof de
schriftelijke kennisgeving aan burgemeester en wethouders en
de verklaring door dezen verstrekt alleen slaat op letter c.
Daarom zou het naar het oordeel van den ondergeteekende beter
zijn om, evenals aan 't einde der verbodsbepalingen a en 6, ook
een kommapunt te plaatsen aan het einde der bepaling sub c
en wel na de woorden //af te breken// en vervolgens de uitzon
dering te doen aanvangen met een nieuwen regel.
De zinsbouw dier uitzondering komt hem echter niet duidelijk
voor en dientengevolge geeft ondergeteekende in overweging die
uitzondering te lezen als volgt//tenzij daarvan te voren schrif
telijk kennis gegeven is aan burgemeester en wethouders en
dezen eene verklaring hebben verstrekt, dat zij geene bedenkingen
tegen de uitvoering van het voorgenomen werk hebben//.
Aan het slot van artikel 7 zou dan kunnen volgen «Van deze
kennisgeving wordt aan den onderteekenaar bewijs van ontvangst
afgegeven//
De heer Scheltus merkt op
Dat is onnauwkeurigzooals het nu luidtis s en i onher
roepelijk verbodenterwijl c verboden is tenzij enz. Dat kan de
bedoeling niet zijn; omwerking is alzoo wenschelijk, b. v. //Het
is verbodenzonder voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan
burgemeester en wethouders en vóórdat van hen toestemming
is verkregen a.b.c.af te breken»,