9 //Gevels van gebouwen kunnen ook geplaatst worden binnen de rooilijndoch in dat geval moet de ruimte tusschen die gevels en de rooilijn van den openbaren weg door muren of ijzeren hekken ter hoogte van minstens 1,25 M.in de rooilijn geplaatst, worden afgesloten//. Art. 13. De heer Sciiëltus stelt voor regel 2 te lezen als volgt: //steld, wordt als rooilijn aange merkt de buitenkant», en in den laatsten regel in plaats van //zal uitmaken» te lezen «aangeeft». De commissie, zich met de redactie-verbetering van den heer Scheltus vereenigendestelt voor haar over te nemen. Art. 14. De heer Rombouts merkt op Wanneer dit artikel alleen betrekking heeft op die gebouwen die op onbebouwden grond worden opgetrokken, is deze zeer zeker nuttige bepaling gewenscht; doch is de bedoeling, dat gebouwen, die opnieuw worden opgetrokken, insgelijks aan die bepaling moeten voldoen, is dit in de praktijk onuitvoerbaar; tal van overigens goede woningen voldoen aan deze bepaling niet. Woningengelegen in straten die eene betrekkelijke breedte hebben, kunnen langs de straatzijde genoegzaam gelucht worden. Daarom wordt voorgesteld als 2'<e alinea toe te voegen: »Op bestaande gebouwengelegen aan straten van minstens 5 M. breedte, is bij herbouw deze bepaling niet van toe passing." De heer Scheltus zegt: »Niet begrepen." De commissie, den architect gehoord, erkent dat de bezwaren, door den heer Rombouts aangevoerd, alles zins gegrond zijn. Dewijl de commissie het nu niet wenschelijk acht, dat het gebruik maken van het aan burgemeester en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 9