VOOR SCHRIFTEN OMTRENT HET BOUWEN IN, OP OF BOVEN BEN OPENBAREN WEG. 22 Deze vrijstelling wordt geacht verleend te zijn voor bij het in werking treden dezer verordening bestaande inrich tingen, als bedoeld in de artikelen 31 en 32 en niet vol doende aan de daar gegeven voorschriften, en wel totdat bij een besluit van den gemeenteraad de vrijstelling wordt opgeheven. Art. 73. Wanneer de vloeren vain woon- of slaapvertrekken merk bare sporen van vochtigheid vertoonen of uit den grond opstijgende, schadelijke dampen doorlaten, moeten zij op aanschrijving van burgemeester en wethouders ien binnen een door dezen te bepalen termijn worden vervangen door vocht- en dampkeerende vloeren. Art. 74. Dc daken der in het opschrift van dit hoofdstuk bedoelde gebouwen moeten zoodanig zijn ingericht, dat zij geen wa ter doorlaten. Art. 75. De fundamenten, vloeren, trappen, zolderingen en daken der in het opschrift van dit hoofdstuk bedoelde gebouwen moeten, ter beoordeeling van burgemeester en wethouders, eene zoodanige hechtheid bezitten, dat zij voorliet leven en de gezondheid der bewoners en der omgeving geen ge vaar opleveren. HOOFDSTUK VI. Art. 76. Het is verboden deuren te hebben of te maken, die over den openbaren grond opendraaien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 22