gesteld. Het niet inachtnemen daarvan doet de verleende
vergunning of vrijstelling vervallen, onverminderd de straf
bepalingen.
Art. 4.
Elke vergunning of vrijstelling, krachtens deze verorde
ning door burgemeester en wethouders tijdelijk of tot we
deropzeggingstoe verleend, kan door hen bij een met rede
nen omkleed besluit worden ingetrokken. Dit besluit wordt
aan den betrokkene door toezending van een afschrift
medegedeeld.
Art. 5.
Het is verboden gebouwen op te richten of geheel of voor
een gedeelte te vernieuwen
a. zonder inachtneming van de voorschriften dezer ver
ordening of vain de voorschriften tot uitvoering dezer
verordening door burgemeester en wethouders te
geven
b. zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en
wethouders
c. zonder nadere goedkeuring, in afwijking van het
bouwplan, overeenkomstig hetwielk de vergunning is
verleend
d. zonder nadere goedkeuring, in afwijking der krach
tens art. 6 der Woningwet en deze verordening ge
stelde nadere eischen.
Art. 6.
Het is verboden
a. eenig gebouw of eenig gedeelte van een gebouw als
woning in gebruik te nemen of als eigenaar of in
eenige andere hoedanigheid als woning in gebruik te
geven, zonder inachtneming van de bepalingen dezer
verordening
b. eenig gebouw of eenig gedeelte van een gebouw te
hebben, te gebruiken of te bewonen in strijd met of
zonder inachtneming van de bepalingen dezer veror
dening of van de voorschriften tot uitvoering dezel
ve rordening door burgemeester en wethouders ge
geven