30
5°. het grondoppervlak van het gebouw binnen de mu
ren, onder aftrek der betimmering
60. het aantal vertrekken
7o. het aantal en de aanduiding der tot woon- of slaap
vertrek bestemdie vertrekken
8°. de afmetingen der sub 7 genoemde vertrekken en der
trappen en portalen
9p. het hoogtepeil der benedenwoonvertrekken
10°. de afmetingen der privaten
11°. de afvoerwtegen voor rook, huis-, hemel- en bedrijfs-
water ien drekstoffen
12°. de plaats en de inrichting der stookplaatsen
13°. de inrichting der fundeering
14°. de dikte der murein
15°. den ouderlingen afstand der verankeringen
16°. de middelen van watervoorziening
17°. de toegangswegen van licht ein lucht
18°. de constructie der bekapping
19°. de constructie der zolderingen, vloeren en trappen
20°. den aan de rooilijn te plaatsen gevel.
De teiekenjng(en) mioet(en) zijn vervaardigd op eene schaal
van ten minste 1 a 100 voor de platte gronden en van ten
minste 1 a 50 voor de doorsneden.
ART. 100.
De .aanvrager der bij de artt. 95, 96 en 97 dezer verorde
ning bedoelde vergunningen is verplicht alle stukken en tee-
keningen over te leggen en alle inlichtingen te verschaffen,
welke burgemeester en wethouders verlangen.
Art. 101.
De vergunning krachtens art. 96 dezer verordening wordt
niet verleend, dan nadat aan burgemeester en wethouders
is gebleken, dat aan de bepalingen van hoofdstuk IV is
voldaan.
ART. 102.
De besluiten van burgemeester en Wethouders betreffende
onderwerpen, geregeld in dit hoofdstuk, worden den aan-