BIJLAGE I.
XIX
gevraagd van den post uitgaven volgnummer 4 „telefoon
enz." en volgnummer 22 „onvoorziene uitgaven".
Meerdere leden dezer afdeeling geven in overweging om
het vleesch afkomstig van noodslachtingen te verkoopen in
de plaatsen van herkomst of wel in die plaatsen welke om
beurten daaraan behoefte hebben.
Een der leden vroeg, of de werkman, die ongeveer een
jaar in dienst is, een vaste aanstelling krijgt.
GEMEENTEREINIGING.
In een der afdeelingen merkt een der leden op, dat de
wagens, die de tonnen met slagersafval vervoeren, bij dat
vervoer vaak een verpestenden stank verspreiden en vraagt,
of daartegen geen maatregelen te treffen zijn.
Een ander lid betoogde, dat bij sneeuwval in dezen winter
de sneeuwopruiming op de straten veel heeft te wenschen
overgelaten. Op de singels werd daaraan vrijwel niets gedaan,
terwijl daartegenover den particulieren van politiewege werd
aangezegd de trottoirs van sneeuw te doen reinigen.
Weer een ander lid merkte naar aanleiding daarvan op,
dat de gemeente zelf in gebreke was gebleven de sneeuw
op de trottoirs voor verschillende gemeentegebouwen te doen
verwijderen.
In een andere afdeeling werd gevraagd, hoe het komt,
dat er onder art. 4 „uitkeering van de helft van het loon
aan zieke arbeiders" geen gelden zijn uitgetrokken.
Meerdere leden dezer afdeeling merken op, dat er een
post is uitgetrokken „Dienstkleeding voor het personeel"
(art. 7) en zouden dan ook willen zien, dat die kleeding
werd gedragen. Bovendien werd gevraagd, waarom op dien
post f 1500.is uitgetrokken, terwijl de uitgaven in 1922
slechts f 327.04 bedroegen, terwijl bovendien nog vermindering
van personeel in aanmerking moet worden genomen.
Eveneens werd een nadere toelichting verzocht op art. 2.1
„onderhoud van gebouwen en bestrating", waarvoor in 1922