XXIV
BIJLAGE I.
eischt. Eenige leden achtten een salaris van 2500.daarom
voldoende.
Een lid dezer afdeeling sprak zich uit tegen verlaging.
Hij was van meening, dat een salaris van f 3000.in ver
band met den omvang der werkzaamheden niet te hoog is.
Volgnummer 15.
In een der afdeelingen stelde een lid voor, het pensioen
der wethouders af te schaffen.
Volgnummer 18.
In een der afdeelingen werd deze post besproken. Door
een der leden werd verwezen naar het te dezer zake inge
diende voorstel van de heeren Zijlmans c. s. Anderen
spraken zich uit voor verlaging tot f5.omdat de raads
leden bij bezuiniging behoorden voor te gaan.
Om evenwel loonderving te voorkomen, wenschten in
een afdeeling alle, in een andere eenige leden, vergaderingen
te houden in de avonduren. Mocht dit niet mogelijk zijn,
dan zou een lid het presentiegeld bepaald willen zien op f 6.
Een der leden kon alleen dan met verlaging accoord gaan,
wanneer de vergaderingen in de avonduren werden gehouden.
Van andere zijde werd in een der afdeelingen hiertegen
aangevoerd, dat het presentiegeld niet te hoog is, mede in
verband met loonderving ter zake van commissievergaderingen.
In een andere afdeeling sprak een lid zich uit tegen ver
laging, omdat ook in den tijd toen alleen zeer welgestelde
lieden in den raad zitting hadden presentiegeld uitgekeerd
werd.
Volgnummer 20.
In een afdeeling maakte een lid de opmerking, dat uit de
toelichting blijkt, dat voor 2 klerken bij den gemeente-ont
vanger f4170.— is uitgetrokken, terwijl blijkens het overzicht
van het gemeentebestuur en personeel in October 1923 er
één klerk was. Vanwaar deze tweede klerk.