II
BIJLAGE I.
deeler en nog 4 stemmen behaald. Feitelijk is die partij dus
gehalveerd, wat voor haar een aansporing moet zijn om
zich te matigen.
Wat de S. D. A. P. betreft, betreurt meerbedoeld lid het
heengaan van den heer Me ij vis. Had deze niet aan het
hoofd van de lijst der S. D. A. P. gestaan, deze partij zou
ongetwijfeld veel minder stemmen hebben gehad.
De Vrijheidsbond, die weinig stemmen verkreeg, dient
evenals de partij „Schaepman" daarin een spoorslag te zien
om zich de noodige beperking op te leggen.
In een andere afdeeling merkte een der leden op, dat
thans de Raad voor de eerste maal gekozen is volgens het
algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht. Voor sprekers partij
(S. D. A. P.) had dit vooral in het Zuiden niet plaats op
het meest gunstige oogenblik. De uitslag was niet alleen voor
sprekers partij ongunstig maar ook voor de andere partijen.
Alleen de R. K. Staatspartij behaalde voordeelen. Zij zag
haar zeteltal klimmen van 9 op 11, hetgeen zij volgens
spreker te danken had aan de partij-Haaiman. 1/3 van het
aantal stemmen van laatstgenoemde partij toch ging over
op eerstgenoemde. Dank zij de lijst-H a a 1 m a n kreeg derhalve
de R. K. Staatspartij een meerderheid in den Raad. Deze
partij kan daardoor evenwel niet zeggen, dat de kiezers haar
de meerderheid hebben bezorgd, want indien op de lijst-
H aal man meer candidaten hadden gestaan, dan zou de
R. K. fractie de meerderheid in den Raad niet hebben uit
gemaakt.
Een ander was van meening, dat indien de heer Haaiman
lid was gebleven van de S. D. A. P. vele van de thans
op hem uitgebrachte stemmen ten goede waren gekomen
van de R. K. Staatspartij, waardoor zij toch wel een zetel
meer en derhalve ook de meerderheid zou hebben gekregen.
Een volgende spreker voegde hieraan nog toe, dat wanneer
de twee Katholieke lijsten één waren geweest, als vanzelf,
door het grootste overschot van stemmen een zetel meer
was toegewezen geworden.