BIJLAGE I. Ill SAMENSTELLING COLLEGE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Komende tot de wethoudersverkiezing aarzelde een lid eener afdeeling niet de samenstelling van het College van Burgemeester en Wethouders een slag in het gezicht te noemen van het kiezerscorps, waartegenover een ander op merkte, dat die slag dan te wijten was aan hem, die alleen op een lijst wenschte te staan. In een andere afdeeling oordeelde een der leden, dat het College blijk heeft gegeven in meerderheid conservatief te zijn. Wel heeft een der leden van de R. K. Staatspartij in een der laatste raadsvergaderingen de schuld daarvan ge worpen op sprekers partij (de S. D. A. P.), maar dat verwijt gaat niet op. Indien het toch de R. K. fractie werkelijk ernst was geweest met de samenstelling van een democratisch college, dan hadden zij dat zelf in handen door een ander dan den heer Pels ter als wethouder aan te wijzen. Van dezen toch konden zij weten, dat hij een rem zou zijn voor de democratie. LOCO-BURGEMEESTER. Een der leden eener afdeeling gaf voorlezing van het door hem op schrift gestelde antwoord, hetwelk als bijlage aan dit rapport is toegevoegd, op een schrijven door Burgemeester en Wethouders tot hem gericht naar aanleiding van een door hem ingediende motie in de raadszitting van 3 December j. 1. betreffende de benoeming van den heer Feb er tot loco-burgemeester. Nadat een ander lid de opmerking had gemaakt, dat, waar zelfs de burgemeester meermalen niet behoort tot de partij, die de meerderheid van, of de sterke partij in den raad vormt zie Burgemeester de Vlugt te Amsterdam dit zeker niet ten aanzien van den loco-burgemeester het geval behoeft te zijn, werd besloten dit schrijven verder geen on derwerp van bespreking te doen uitmaken, omdat, waar het slechts in één afdeeling ter tafel wordt gebracht, de be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 3