XIV
BIJLAGE II.
f400.per jaar, vandaar het geraamde bedrag van
1200—
b. in 1923 is slechts voor één keurmeester een nieuw
rijwiel aangeschaft (in December). Bovendien werd
een rijwiel gekocht ten behoeve van den laboratorium-
dienst; dit rijwiel bleek na verloop van bijna één jaar
als transportrijwiel niet te voldoen en is in December
j. 1. onder bijbetaling ingeruild tegen de bedoelde
nieuwe fiets voor den keurmeester. Thans beschikt de
dienst dus over 3 rijwielen, waarvan er 2 vanaf 1 Juli
1922 in gebruik zijn. Indien men bedenkt, dat de
keurmeesters vrijwel dagelijks en onder iedere weers
gesteldheid van hun rijwiel gebruik maken en dat
bovendien deze rijwielen tengevolge van het spoor
vervoer zeer veel te lijden hebben, zal men erkennen,
dat met de mogelijkheid om in 1924 2 rijwielen te
kunnen aanschaffen rekening moet worden gehouden.
c. in 1923 werd aan ieder der keurmeesters door den
dienst f 75.bijdrage toegekend in de aanschaffings-
kosten van bovenkleeding. Blijkens overgelegde nota's
werden door hen aangekocht regenjas, jekker, been
kappen, winterbroek en schoenen. Deze aanschaffings-
kosten bedroegen meer dan de toegekende bijdrage.
De keurmeesters zijn nagenoeg dagelijks op reis, moeten
vaak, zooals werd gezegd, onder de meest ongunstige
weersgesteldheid per rijwiel groote afstanden afleggen
en bezoeken winkels, fabrieken en werkplaatsen, waar
de zindelijkheid zeer dikwijls veel te wenschen overlaat.
Het spreekt vanzelf, dat hunne bovenkleeding daar
door buitengewoon aan slijtage onderhevig is. Eene
bijdrage in de aanschafïingskosten daarvan is in het
belang van den dienst alleszins billijk te achten, vooral
omdat de diénst geen auto's en motorrijwielen heeft,
waardoor de uitgaven voor motorkleeding achterwege
konden blijven.