T il V. !0 lU J2'/« BIJLAGE II. XXIII 31/2 ■0% >2 lU it '3 ding den a: 52 15 1/a 81 V» 3. Hoewel nog verschillende uitkeeringen te wachten zijn, is het in verband met het luttel aantal maanden, dat ons nog van het sluiten van den dienst 1923 scheidt, niet met zekerheid te zeggen in hoeverre deze nog ten bate van dien dienst zullen komen. De ervaring der laatste jaren heeft geleerd, dat omtrent de uitkomst van een pas afgeloopen jaar niet zoo spoedig een positief antwoord gegeven kan worden. Volgnummer 14. Alhoewel wij geenszins de meening deelen, dat eene goede vervulling van de wethoudersfunctie voldoende wordt ge honoreerd met f 2500. zoo staan wij toch niet afwijzend tegenover eene evenredige verlaging van deze salarissen, wanneer de Raad zou besluiten op eenigerlei wijze korting toe te passen op de jaarwedden der gemeente-ambtenaren. V olgnummer 15. Onder de oogen zal worden gezien in hoeverre de druk van deze verordening kan worden verminderd. V olgnummer 18. Tegenover een redelijk voorstel tot verlaging der presentie gelden, komende uit den boezem van den Raad, staan wij niet afwijzend. Volgnummer 20. De voor het kantoor van den gemeente-ontvanger uitge trokken jaarwedden berusten op den feitelijken toestand, zooals die bestond bij het opmaken der begrooting, toen op dat kantoor 3 ambtenaren aanwezig waren. Een der ambte naren is evenwel nadien overgeplaatst naar een anderen tak van dienst, zoodat het uitgetrokken bedrag met de jaarwedden van één klerk moet worden verminderd. Deze ambtenaar was een wachtgelder en geniet als zoodanig f 2145. Hierop komt in mindering zijn jaarwedde in zijn tegen woordige functie ad f 1595.—, zoodat het eerstgenoemde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 61