VIII
BIJLAGE I.
den stand der werkloosheid. In een andere afdeeling werden
de geraamde bedragen voor werkverschaffing en werkloozen-
zorg door meerdere leden angstwekkend hoog geacht. Deze
leden betreuren het, dat Burgemeester en Wethouders er
nog niet in geslaagd waren nieuwe voorstellen te ontwerpen,
waardoor verlaging mogelijk wordt. Zij wezen er op, dat
getracht moet worden de werkverschaffing productief te
maken en een werkverschaffing, waarbij het voordeel geheel
aan de zijde van het Rijk is, te doen beëindigen. Gewezen
werd op Ginneken en Princenhage, welke gemeenten beide
heidegronden aankochten om deze door hunne werkloozen
te doen ontginnen. Princenhage verkocht reeds deze gronden,
waarbij de opbrengst een belangrijk deel der arbeidsloonen
goed maakte. Toch werd door Burgemeester en Wethouders
meermalen aan den Raad, bij aandringen om heidegronden
aan te koopen, medegedeeld, dat geen geschikte gronden te
krijgen waren. Tevens werd er op gewezen, dat de tegen
woordig zoo moeilijk verkoopbare meststoffen der gemeente
reiniging voor bemesting dezer te ontginnen gronden zouden
kunnen worden aangewend.
Een der leden dezer afdeeling stelde voor, de werkver
schaffing productief te doen zijn ten eerste door de gemeente
gronden aan den Wilhelminasingel te doen ophoogen tot
bouwterrein, waartoe zand te verkrijgen is van nabij het
Wilhelminakanaal en ten tweede door de werkloozen te doen
arbeiden aan de exploitatie van den Belcrumpolder, wat in
een andere afdeeling ook bepleit werd. Genoemd lid stelde
de vraag, of met de verruiming van werkgelegenheid door
de Belcrumpolder-exploitatie in het vooruitzicht, de werk-
verschafffngs- en werkloozenuitkeeringsposten niet lager hadden
kunnen zijn geraamd? Ten slotte vroeg dit lid, of niet meer
werkloozen in België konden worden te werk gesteld. Ook
werd in een der afdeelingen aangedrongen op het verstrekken
van goedkoope cokes, terwijl gevraagd werd, of de werkloozen
niet te werk konden worden gesteld ter verbetering van
trottoirbanden, enz.