BIJLAGE I. ÏX BEZUINIGING. Een der leden gaf als zijn meening te kennen, dat de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde bezuiniging uit sluitend op de ruggen van de mindere ambtenaren en werk lieden was neergekomen. Eenige leden eener andere afdeeling betreurden het, dat Burgemeester en Wethouders bij de samenstelling dezer begrooting niet met positieve bezuinigings voorstellen zijn gekomen, maar den indruk geven af te wachten wat uit den Raad zal worden voorgesteld. Sommige begrootingen der bedrijven geven aanleiding te vragen, of Burgemeester en Wethouders niettegenstaande het vooruitzicht van eene belangrijke stijging der plaatselijke belasting naar het inkomen wel alles hadden gedaan om deze stijging zoo gering mogelijk te doen zijn. In alle afdeelingen werden als middelen, om te geraken tot bezuiniging, besproken het verhaal van pensioensbijdragen en vermindering van salarissen en loonen. a. VERHAAL VAN PENSIOENSBIJDRAGEN. Het feit, dat de ondersteuning van werkloozen een bedrag van niet minder dan circa f 75000.zal vorderen, gevoegd bij de omstandigheid, dat de opbrengst der belastingen, na aftrek van de kwade posten, in tegenstelling met vorige jaren het voor 1923 geraamde bedrag vermoedelijk niet, althans niet belangrijk zal overtreffen, gaf een der leden aanleiding tot het bepleiten van de noodzakelijkheid om tot een ingrij pende bezuiniging over te gaan, wil men althans een bedui dende verzwaring van de belastingen voorkomen. Zelfs, aldus betoogde bedoeld lid, al zou door omstandigheden, die hij momenteel niet kan beoordeelen (b. v. door nog ten bate van 1923 te wachten ontvangsten in zake het onderwijs) de gewone dienst voor 1923 een batig saldo opleveren, waardoor belastingverhooging zou kunnen worden onder vangen, dan nog is het een onafwijsbare eisch om tot een belangrijke bezuiniging over te gaan, ten einde tot een, in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 9