18
6 FEBRUARI 1925.
En Teteringen en Prinsenhage Zijn daar de belastingen
gebleven zooals zij waren en mag men veronderstellen dat
zij zullen blijven als zij nu zijn?
Het belastingspook wordt hier opgeroepen omdat Breda
zooveel kosten zal moeten maken.
M. de V., ik kan mij niet voorstellen dat dit zoo'n vaart
zal loopen. M.i. zou, wanneer het waar is, dat er zooveel
kosten gemaakt moeten worden, deze over een aantal jaren
verdeeld kunnen worden, zoodat tenslotte slechts aflossing
en de rentelast op de uitgaven drukken.
Uit die vrees blijkt echter duidelijk hoe men overtuigd
is, dat er nog héél veel verbeterd moet worden en dan mag
men de gevolgtrekking maken dat annexatie hoog noodig is,
want dat de toestand in de aangrenzende gedeelten zéér
achterlijk en slecht is.
Ik voor mij geloof, dat annexatie zoowel in belang is van
Breda als van de aangrenzende gedeelten der diverse ge
meenten en dat de tegenwerpingen veelal overdreven zijn.
Toch schijnt er kentering te komen in de meening van de
anti-annexionisten. Niettegenstaande de actie die er wordt
gevoerd.
Ik verwijs hier naar het ingezonden stuk van den heer
Bastiaansen en van Oud-Bredanaar in het Dagblad van
Noord-Brabant.
En is het ook niet teekenend dat zoowel in Princenhage
als in Teteringen de Commissie uit de burgerij besluit om
een commissie van onderzoek in te stellen tot het verza
melen van gegevens
Anti-annexatie-comité's hebben zich gedurende jaren en
vooral de laatste maanden in woord en geschrift en proza
en poëzie geweerd om Regeering en burgerij van stad en
dorp te overtuigen van het verkeerde van annexatie en nu
blijken de heeren zelf zoo weinig op de hoogte, dat zij zich
in een commissie van onderzoek laten benoemen
Mij dunkt dat de leden van 2e Kamer, Prov. Staten en
wie nog meer gelukkig gemaakt werden met de noodige