6 FEBRUARI 1925.
35
In de laatste jaren is het strijk en zet geweest, dat de
gemeenteraad het advies der gezondheidscommissie betref
fende bouwaangelegenheden naast zich neerlegde en bij hem
in deze aangelegenheden het particulier belang zwaarder
bleek te wegen dan het algemeen belang.
Tal van voorbeelden zouden zijn aan te halen, dat nauwe
lijks 10 jaar geleden vaak hopeloos tegen overtredingen der
bouwverordening gestreden werd.
Werkelijk M. de V., mochten wij met de daad en in
goeden wil de buitengemeenten al vooruit zijn, wat volstrekt
niet bewezen is, dan is die voorsprong nauwelijks 10 jaar.
Het gemeentebestuur van Breda had wel eens de hand
in eigen boezem mogen steken, alvorens zonder eenig bewijs
de aangrenzende gemeenten van tekortkomingen te beschul
digen.
Verder wordt nog gezegd „Gas-, electriciteits- en water
voorziening kan beter en meer economisch door een enkel
bestuur geschieden dan door vier, te meer nu gebleken is,
dat van samenwerking in dezen niet veel kan worden
verwacht".
Dit argument is niet ad rem.
Breda levert reeds sedert jaren gas in geheel Princenhage
en in de gedeelten van Teteringen, die aan Breda grenzen
en het vaart daar wel bij.
Binnenkort zal de gaslevering in geheel Ginneken ge
schieden, want hier bleek samenwerking wel mogelijk, nu
het spook der annexatie voor Ginneken verdwenen is.
Wat de drinkwatervoorziening betreft, geheel Princenhage
is aangesloten bij de waterleiding voor West-Noordbrabant
en het is door het gebrek aan samenwerking, gevolg van
voortdurende bedreiging met annexatie, dat aan Breda hier
jammer genoeg, de levering is ontgaan.
Ginneken heeft hare eigen drinkwaterleiding, die minsten»
even economisch werkt als die van Breda.
Het aangrenzende gedeelte van Teteringen wordt gedeel
telijk door Ginneken, gedeeltelijk door Breda voorzien.