42 6 FEBRUARI 1925. stelling vormen, wij die verderaf staan, hebben er geen denkbeeld van. Mijnheer de Voorzitter, ik zou U daarom nogmaals ernstig willen verzoeken zulk een vergelijkende begrooting aan het oordeel dezer commissie te onderwerprn, want het onmo gelijke wordttoch niet gevraagd en al blijft het bij eene eerlijke poging, dan ontslaat het ook U van eene groote verantwoordelijkheid. Resumeerende kom ik tot dit besluit De argumenten, die voor dit ontwerp zijn aangevoerd mogen in casu niet dienen, zij zijn bovendien onjuist of weinig beteekenend. Een argument van hooger orde, dat gebiedend zegt, ver groot het grondgebied van Breda ten koste en ten nadeele der buitengemeenten, ontbreekt. Wat Breda en de aangrenzende gemeenten te zamen sedert jaren noodig hebben, is een veruitgestrekt gemeen schappelijk plan van straten en pleinen, waarvan Breda het centrum vormt. Dit is alleen door samenwerking te verkrijgen, waartoe een tiental jaren geleden de gelegenheid geboden is en waarmee thans een begin is gemaakt. Het aanhangige grenswijzigingsontwerp voorziet in deze dringende behoefte niet, maar gaat in zijn streven naar het scheppen van woongelegenheid in een klein gebied rondom de stad in tegen de natuurlijke ontwikkelingsgang en tot schade van het algemeen belang zal het leiden tot duur bouwterrein. Deze grenswijziging geeft geen aanleiding tot vereenvou diging of bezuiniging in het bestuur. Deze grenswijziging is bovendien overbodig, omdat de bestaande werkverdeeling tusschen de verschillende gemeen ten kan worden gehandhaafd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 126