6 FEBRUARI 1925.
43
Het plan bevat groote technische gebreken.
De geldelijke gevolgen van deze grenswijziging zijn door
onvoldoende gegevens niet te voorzien.
Dat het bloeiende aangrenzende Teteringen zou worden
teruggebracht tot eene onbeteekenende gemeente en Prin-
senhage geruimen tijd zou worden teruggezet, is ook strijdig
met het belang van Breda.
Op grond van een en ander moet ik dit plan ten sterkste
ontraden.
Een kleine grenswijziging, met name eene afronding der
grens aan den Marksingel, den Emer, en den Terheijden-
schen hoek is evenwel noodig.
Door den stervorm der vestingwerken zijn hier na de
ontmanteling misstanden ontstaan, die de aangrenzende
gemeenten gaarne willen opheffen.
Mocht het vóór ons liggende plan niet verwezenlijkt
worden, wat ik hartelijk hoop in het belang van Breda,
dan hoop ik tevens dat de stem der annexionisten voorgoed
zal zwijgen en dat er een tijdperk van rust en samenwerking
zal aanbreken.
Het is mogelijk, dat kortzichtigen ons gemeentebestuur
zullen toejuichen, als zij in onze naaste omgeving wat
straten zien verrijzen, maar er is van Breda met zijn wijde
omgeving zooveel mooiers te maken.
Voor U, M. de V., met uwe erkende en groote bekwaam
heid ligt hier een dankbaar arbeidsveld.
De heer JACOBIJ zegt
Mijnheer de Voorzitter.
Daar het aan de orde zijnde ontwerp al reeds veelzijdig
is besproken geworden, zal ik trachten in het kort mijne
meening weer te geven.