6 FEBRUARI 1925.
45
Ik kan thans mijne leer niet volgen, „dat in weinig woor
den soms veel waarheid schuilt", omdat vóór annexatie
weinig, er tegen zeer veel te zeggen is. Mijnheer de Voor
zitter, hoe ontstonden de toestanden, die thans als voorwendsel
moeten dienen vóór de annexatie Ze werden voor het
meerendeel toch door Breda zelf verwektHet eigendoms
recht van den Baronielaanweg, eertijds door de Kroon aan
de gemeente Breda ontzegd, werd later toch verkregen op
een wijze die onloochenbaar in zich hield een middel te
scheppen tot annexatie.
De Koninginnestraat, eigendom der gemeente Breda, wier
bestrating en rioleering door de gemeente Teteringen voor
hare rekening werd aangeboden, moest blijven liggen als
een modderpoel, een doode zee, in het hartje van een op
bloeiende centra, tot ergernis van eenieder, als middel tot
annexatie.
De jarenlange verwaarloosde greppels, die de scheiding
vormden tusschen Breda en Teteringen, werden langs Bre-
dasche zijde tot slooten uitgegravenja Mijnheer de Voor
zitter, men ontzag zich niet de toegang voor het huis van
twee ouden van dagen, die hier in de landelijke omzooming
van Breda hadden gehoopt in rust, hun laatste levensdagen
te slijten, Mijnheer de Voorzitter, men ontzag zich niet,
deze oudjes den toegang tot hunne woning te versperren,
door het graven van een diepen sloot, geflankeerd door
prikkeldraad, als middel voor annexatie.
Moet ik, mijnheer de Voorzitter, nog in herinnering brengen
de rioleeringskwestie B ij 1-van Gooi in de verlengde
Koninginnestraathoe daar een spel gespeeld werd door de
gemeente Breda, dat veel overeenkomst had met een kaart
spel, dat door sommigen bij voorkeur gespeeld wordt in den
spoortrein, als middel voor annexatie. Berichtte de gemeente
Teteringen niet aan het Bredasche gemeentebestuur, den
stinksloot bij het St. Ignatiusgesticht voor hunne rekening
te willen dempen en rioleeren, indien Breda toestond, om
ook den halven eigendom stinksloot van Breda te dempen.