6 FEBRUARI 1925.
53
voldoen aan de verschillende eischen, die de Rijksregeering
van hen vraagt. Het is duidelijk, dat plattelandsgemeenten
niet in die mate aan alle eischen zullen kunnen voldoen als
een stadsbestuur.
Door den heer Z ij 1 m a n s is in de gisteren gehouden
raadsvergadering er op gewezen, dat de Belcrumpolder ook
publiekrechtelijk bezit van Breda behoorde te zijn. De heer
P e 1 s t e r heeft er toen zeer terecht op geantwoord, dat
annexatie dan onvermijdelijk is en dat men niet moest
wachten totdat er woningen gebouwd zijn. Bij voorbaat zou
men dan achter de feiten aanloopen.
Van den voorzitter vernamen wij gisteren nog, dat Breda
de dichtst bevolkte gemeente is van geheel Nederland, n.l.
106 inwoners per H.A.
Terrein om te bouwen is er niet.
Spreker wijst verder op de zeer eigenaardige toestanden,
welke er bij de tegenwoordige grensregeling bestaan. Zoo
ziet men, dat de grens thans loopt dwars door het concert
gebouw Thalia, midden over het fabrieksterrein van „de
Etna", dat in de Wilhelminastraat woningen zijn, waarvan
de voorgevels op Breda's grondgebied staan, doch wier
hoofdingangen eenige centimeters achteruit gebouwd zijn,
zoodat de bewoners in eene andere gemeente belasting
plichtig zijn.
Spreker wijst verder op de vele slobjes en gangetjes in de
binnenstad en op de daardoor bestaande slechte woningtoe
standen. Gisteren zijn door den gemeenteraad nog een 20
tal woningen onbewoonbaar verklaard. Het is dus nood
zakelijk, dat Breda zoo spoedig mogelijk kan gaan bouwen.
Nu zeggen de heeren Zijlmans en van Veen wel,
dat men dan maar buiten Breda moet gaan bouwen, doch
dit opent een voor Breda treurig perspectief.
De heer Moll heeft er gisteren nog de aandacht op
gevestigd, dat Breda binnen de tegenwoordige grenzen
spoedig uitsluitend zal bestaan uit winkels, kantoren, pak
huizen en arbeiderswoningen. Hoe het dan met de belas-