54
6 FEBRUARI 1925.
tingen zal gaan is duidelijk. De middenstanders en de
arbeiders zullen dan zwaar moeten bloeden.
Door den deskundige op belastinggebied, den heer
Appelboom, is gisteren in den raad gezegd, dat de
opbrengst van de belastingen in het te annexeeren gebied
zelfs niet bij benadering kon worden opgegeven wel ver
moedde hij, dat dit nog al zou medevallen. En wat de
uitgaven betreft, meende hij, dat dit veel zou afhangen van
het financieel beleid van den toekomstigen raad van Breda.
Spreker is het daarmede eens.
Natuurlijk zullen de belastingen voor hen, die thans in de
buitengemeenten wonen, iets hooger worden. Dit is echter
volkomen billijk. Het gelijkelijk genot der lasten, moet nood
wendig leiden tot het gelijkelijk dragen der lasten, want het
is onbillijk, dat A minder betaalt dan B, ofschoon zij beiden
evenveel van de stad profiteeren.
Uit de Bredasche courant heeft spreker kennis bekomen
van een interview, dat de redacteur van dat blad dezer
dagen had met den heer van Lanschot. Daarin wordt
gewezen op de hooge belastingen in Breda, die zelfs ]/3
hooger zouden zijn dan in den Haag en ook hooger dan te
Rotterdam. Spreker zegt, dat die uitlating kant noch wal
raakt. Uit eigen berekening is hem gebleken, dat, wat de
gemeentelijke inkomstenbelasting betreft, die conclusie abso
luut onjuist is. Personen met inkomens van f 50000.en
daarboven betalen in den Haag heel wat minder dan in
Breda, doch voor inkomens van f 3000 en minder is de
verhouding ongeveer gelijk, hetgeen spreker met verschillende
cijfers aantoont. Om dus te spreken van ]/s verschil is
dwaasheid.
De heer VAN GINKEL zegt het volgende
Bij de beoordeeling van deze voor de Bredasche bevol
king zoo zeer belangrijke en zeker diep ingrijpende aange
legenheid, heb ik mij de volgende vragen ter beantwoording
gesteld