56
6 FEBRUARI 1925.
2o. Ter beantwoording van de vraag bedoeld sub 2,
zou ik allereerst een behoorlijk overzicht behoeven van de
vorderingen en verplichtingen, welke bij eventueele uitbrei
ding ten bate resp. ten laste van Breda zullen komen.
Als de mij ten dienste staande gegevens juist zijn, zou
vergroot Breda voor de betaling van enorme bedragen
wegens aan de gemeenten Teteringen en Prinsenhage te
verleenen schadeloosstellingen komen te staan en wil het
mij voorkomen, dat deze zeer belangrijk de meerdere in
komsten zullen overtreffen, vooral wanneer daarbij in aan
merking worden genomen de belangrijke uitgaven, welke
voor publieke werken, politie, verlichting, uitbreiding
waterleiding enz. meer dan tot dusver noodig zullen zijn.
Vrage: zullen de belastingen, welke al vrij hoog zijnen
naar ik verneem dit jaar al reeds hooger zullen worden niet
nog meer moeten worden verhoogd.
Ik vermeen ten zeerste te moeten betwijfelen of de Bre-
dasche bevolking er in finantieel opzicht beter van zal
worden de winkelstand m.i. allerminst, wiens toestand
over 't algemeen toch al niet rooskleurig is te noemen,
terwijl het mij bij herhaalde nauwkeurige beschouwing niet
is mogen gelukken te ontdekken of wel voor een van de
betrokken partijen de voorgestelde grenswijziging voordeel
met zich brengen zal.
Waarschijnlijk is zulks alleen met de gemeente Ginneken
't geval en is 't niet onmogelijk dat de verwachting, uitge
sproken door een der leden van den Ginnekenschen dub
belen raad, toen deze vóór de annexatie stemde, in vervulling
zal gaan, dat meerdere families zich metterv oon te Ginne
ken, Ulvenhout en Bavel zullen komen vestigen.
Ik voor mij ben er vast van overtuigd, dat hetzelfde zal
gaan gebeuren wat tot nu is geschied en men zooveel mo
gelijk woongelegenheid zal blijven zoeken buiten en niet
binnen de Bredasche grens, na nog meer dan vroeger,
waar er in verband met bestaande en nog uit te breiden
autobusdiensten, feitelijk geen afstanden meer bestaan.