60 6 FEBRUARI 1925. gemeenschappelijke belangen op juiste en breedere wijze recht gedaan. Landbouwers uit den Terheijdenschen hoek, Vugtpolder, Overbroek, Boeimeer of Gageldonk zullen dezelfde lasten en plichten hebben als iemand die in het centrum der stad woont, doch is 't zeer twijfelachtig of zij ook dezelfde lasten te genieten krijgen. Voorts zou ik de vraag willen stellen of maatschappelijk niet meer tot Ginneken dan tot Breda kan geacht worden te behooren het gedeelte van de Baronielaan en omgeving gelegen ten zuiden van de brug over de Mark. 4o. Bij de beantwoording van de vierde vraag vermeen ik mij te kunnen beroepen op de uitspraken van gezag hebbende en ter zake kundige personen als Dr. A. Kuyper en Prof. A. A. M. Struycken en als wij daarin zien, dat gemeenteverandering en inlijving van gemeenten alleen als uiterste maatregelen zijn toegelaten, het algemeen belang grensverandering of inlijving moet eischen en het niet vol doende is, dat het belang van één gemeente er mede wordt gediend, beschouw ik, waar deze factoren hier niet aanwezig zijn, eene eventueele wijziging der grenzen als voorgesteld, als een onrechtmatige daad. Bovendien is 't nog zeer twijfelachtig of hier werkelijk het belang van één gemeente, dus van Breda, zou worden gediend. Hier moge verder mijne hiervoren uitgesproken meening worden herhaald, dat Ginneken met hetzelfde recht een gedeelte van de Baronielaan en den bewoonden weg langs het Mastboch zou kunnen opeischen. Voorts wensch ik er nog de aandacht op te vestigen, dat juist wegens de daaraan verbonden voordeelen, n.l. mindere belasting en anderszins het aan de exploitanten van den aanleg van de Baronielaan is mogen gelukken, de gronden langs dien weg binnen betrekkelijk korten tijd ter bebouwing te verkoopen, hetgeen stellig veel minder vlot zou zijn gegaan als die weg op Breda's gebied had gelegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 144