6 FEBRUARI 1925. 61 Ik zou zelfs durven beweren, dat de bebouwing veel sneller ware geschied, als niet de vrees voor annexatie bij de meeste bouwers had bestaan. Breda heeft bouwterrein noodig niet bebouwd terrein. Als het nu werkelijk onmogelijk zou blijken om geheele of gedeeltelijke beschikking te krijgen over de militaire terreinen, laat Breda dan trachten zooveel mogelijk het onbebouwd of zoo goed als onbebouwd terrein te verkrijgen gelegen aan de Oostzijde van de grens nabij de Cavalerie- kazerne. En als dit gelukt, wil 't mij voorkomen, dat de beste en meest radicale oplossing zou worden verkregen met alle kazernes en stallen, behalve de Chassékazerne te amoveeren en op bedoeld terrein nieuwe kazernes en stallen, welke beter aan de tegenwoordige eischen van hygiene en comfort voldoen, te laten verrijzen. Het gebouw van de Chassékazerne zou voor tal van doel einden kunnen worden geschikt gemaakt. Tot slot nog dit Er wordt herhaaldelijk over het bestaan van verkeerde toestanden en onvolmaaktheden geklaagd, welke echter even zeer bij de nieuwe grensregeling geschapen worden, doch deze zijn m.i. door nauwe samenwerking der betrokken gemeentebesturen, welke nu steeds zoek was, tot een mini mum te beperken. Ook zou een commissie in 't leven geroepen kunnen worden van bekwame en onpartijdige ingezetenen der 4 gemeenten, aan welke commissie zou kunnen worden opge- gedragen te onderzoeken op welke beste wijze de moeilijk heden uit den weg zijn te ruimen. Dat geheele of gedeeltelijke annexatie hierdoor het eenige en geschikste middel zou zijn, meen ik te moeten betwijfelen. De beer MEIJVIS wenscht, na al hetgeen door de voor standers reeds in het midden is gebracht, toch nog eene

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 145