XIV
BIJLAGE I.
GEMEENTE-BEGROOTING.
GEWONE DIENST.
Hoofdstuk II.
Bezuiniging bureaubehoeften. Sommige leden
merkten op, dat op dit geheele hoofdstuk voor zoover was
na te gaan geen enkele lagere raming was voorgesteld, die
een gevolg was van een door Burgemeester en Wethouders
bereikte of beraamde versobering van den dienst. Toch
meenden deze leden, dat versobering niet onmogelijk was.
De lagere raming van presentiegelden was een gevolg van
een door de Raadsleden aan zich zelf opgelegde bezuiniging.
De verlaging van den post wachtgelden en van den post
bijdrage aan het gemeentelijk pensioenfonds is geen van
beide een gevolg van versoberingde lagere raming van
den post advertentiekosten is een gevolg van andere boeking.
Nu moge opgemerkt worden, dat ook nr. 24 met f 500.
verlaagd is, daar staat echter tegenover, dat deze post nog
plus minus f 320.hooger is dan de werkelijke uitgave in
1923.
Dat bezuiniging mogelijk is werd door een der leden aan
getoond met cijfers ontleend aan de gemeente-rekening 1923.
Voorts werd geoordeeld, dat bij het gebruik van papier en
enveloppen bezuinigingen waren aan te brengen.
Kosten bindwerk. Ook ten aanzien van den post"
druk- en bindwerk werd door vele leden de opmerking ge
maakt, dat huns inziens veel te veel en veel te kostbaar
werd ingebonden. Zoo merkte een der leden op, dat het
inbinden van het Staatsblad in drie deelen in 1923 f 18.
kostte. Zoo werden in dat jaar de notulen van den Raad
ingebonden tegen prijzen van f 4.40, f 3.50 en f 1.20, het
Provinciaal blad voor f 3.50, het Provinciaal Bijblad voor