72
6 FEBRUARI 1925.
lijkheid wordt ontnomen die taak economisch, doeltreffend
en met redelijke verdeeling van lasten te vervullen.
Bij de behandeling van het wetsontwerp Dokkum zeide
Mr. Boon terecht in de Tweede Kamer „Kleine gemeen
ten mogen de groote gemeenten niet leegzuigen Erger dan
daar is het hier het geval. Bij die behandeling wees ook
de heer van Vuuren er op, hoe ontplooiing van het
centrum tot zegen strekt van de geheele omgeving en hij
haalde Gedeputeerde Staten van Friesland aan, die in de
uitbreiding niet slechts een belang van één gemeente, maar
een algemeen belang zagen De belemmering van het cen
trum vormt „een nadeel voor de geheele streek, ook voor
de omringende gemeenten". Breda wordt teruggebracht tot
een plaats van winkels en middenstand, waarvan de eige
naars en representanten zelf meer en meer buiten de grens
wonen. Men verliest niet alleen den geldelijken steun, maar
ook den invloed en de medewerking van het intellect. Hoe
bleek het dikwijls moeilijk een commissie, die zuiver Bre-
dasch moet zijn, samen te stellen, in het geval b.v. van de
markt-commissie.
Wordt het hart verzwakt, dan zal het geheele complex
er de gevolgen van ondervinden. Zoo moeten thans reeds
werken worden nagelaten en uitgesteld, omdat het niet
aangaat de bewoners der 282 H.A. van Breda de kosten
alleen te laten dragen, terwijl anderen er evenveel, soms
meer profijt van hebben. Wij denken aan de offers, des
tijds gebracht voor Wilhelminakanaal, Cavaleriekazerne.
De mogelijkheid bestaat thans, na veel onderhandelen, ver
keersverbinding te verkrijgen over het Chasséeterrein, doch
de rand en buitenbewoners zouden er wellicht het meest
van profiteeren hetzelfde geldt voor de oplossing van het
vraagstuk van toegangswegen naar onzen Belcrumpolder,
die in Teteringen ligt. Men kan van Breda's bewoners niet
vorderen de zeer noodige verbeteringen aan te brengen
voor de industrieën aan de Mark, waaraan Princenhage
zich niets gelegen laat liggen.