6 FEBRUARI 1925.
75
van de zijde van het gemeentebestuur stemmen opgingen,
die een grenswijziging voorstonden, en waarin staat om
schreven hoe Baronielaan, Belcrumpolder ook administratief
bij Breda behooren te worden gevoegd.
Princenhage. In de nota's van bestrijding van de buiten
gemeenten was het standpunt steedsgeen duim gronds aan
Breda. Dit standpunt van geen man en vooral geen cent
schijnt, zooals bleek, hier en daar te zijn verlaten. Doch
men zij voorzichtig met uitingen uit den laatsten tijd, dat
er wel iets is te wijzigen, aangezien al te doorzichtig is de
toeleg om aldus dit voorliggende, toch zeer beperkte plan
van de baan te brengen. Die plotseling zich openbarende
goedgeefschheid, die bij de voorbehandeling der zaak steeds
uitbleef, schijnt ook weinig doeltreffend. Men wil geen
rekening houden met de noodzakelijkheid, dat Breda zich
uitbreidt ten behoeve van drie doeleinden gelegenheid voor
industrie, huisvesting van arbeidersbevolking, woongelegen
heid voor beter gesitueerden. Tusschen een en ander moet
een goede verhouding bestaan en het ontbreekt minder aan
royaliteit bij de eerste twee doeleinden, dan bij het derde
punt. De tegenactie gaat voor een groot deel uit van
eenige bewoners van het verlengde van de Baronielaan,
geen Princenhagenaars van ouds en verwijderd van de
'eigenlijke kom Princenhage, leden van de samenleving-Breda.
Zij voeren het woord in Comité-vergaderingen, meetings,
ingezonden stukken in locale en ook groote pers. Zij schro
men niet daarin Gedeputeerde Staten van partijdigheid te
beschuldigen een hunner, zeer onlangs uit het verre Oosten
hier neergestreken, gaat daarin zeer ver en staat op
wat slechten voet met dat college, doch ook met de Grond
wet, die hij nota bene aanvoert tegen grenswijzigingen als
deze, gelijk Regeering en Volksvertegenwoordiging, er dan
toch bij herhaling tot stand durfden brengen Het ware
motief, en dat maakt veel goed, komt echter steeds naar
vorenwij zijn bevreesd meer aan belastingen te zullen
moeten betalen. Over die vrees straks nog een woord,