6 FEBRUARI 1925. 87 De steeds aanhoudende drang bewijst, dat, wanneer thans al die arbeid wederom vruchteloos zoude zijn, steeds opnieuw naar uitkomst zal worden gestreefd. Sinds 1870 wordt uit breiding van de gemeente noodzakelijk geachtsedert dien is het inwonersaantal verdubbeld, waardoor uitbreiding een onafwijsbaar verlangen werd. Gedeputeerde Staten gevoelen het en doen een voorstel, waarbij zij naar ook van ons wordt gevraagd met de belangen der vier gemeenten rekening houden, een voorstel, dat instemming vond bij den Raad. Ook Uw stem zal haar gewicht niet missen en mede bevorderen, dat onze stad haar taak zal kunnen vervullen tot zegen van een kring, die zich wijd om haar uitstrekt. De heer OOST VOGELS wenscht in de eerste plaats klaren wijn te schenken in verband met de door den gemeenteraad aangenomen motie in de vergadering van 23 Augustus 1922, waaraan ook spreker zijn stem heeft gegeven. Eerst op 19 December 1921 is spreker als lid van den raad toegelaten. Het grooter annexatieplan dat later is ver worpen, was toen reeds aanhangig gemaakt. Later heeft spreker nog een tweetal zittingen bijgewoond, waarin de annexatie ter sprake kwam. Op een dier zittingen is toen het kleiner annexatieplan besproken. Wijl spreker onkundig was van al hetgeen eraan vooraf gegaan is en de motie niet vooraf ter inzage had gelegen, terwijl daarin bovendien de clausule voorkwam, dat de raad zijn definitief oordeel over de uitgebreidheid der grenswijziging voorbehield, heeft hem doen besluiten daaraan zijne stem te geven. Nadat de motie was aangenomen en spreker zich beter van de zaak op de hoogte heeft kunnen stellen, is hij van een Saulus een Paulus geworden. De kwestie van het bidprentje en het eereburgerschap, waarover door den voorzitter eenigszins ironisch is gespro ken, wil spreker stilzwijgend voorbijgaan. Spreker heeft dikwijls Breda aan het werk gezien en zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 171