90 6 FEBRUARI 1925. gemeente, evenals zoo vele andere kleine gemeenten, niet meer zou kunnen bestaan. Als men nagaat, zooals door den voorzitter gisteren is opgemerkt, dat Breda vóór 6 jaren een paar honderd in woners beneden de 30000 en nu slechts een paar honderd daarboven telt, terwijl de omliggende gemeenten sterk in zielental toenemen, dan teekent dit een noodtoestand. Het aantal samenwoningen bedraagt hier 14%- Spreker vindt dat verschrikkelijk. Er is op gewezen, dat in Eindhoven de belastingen sedert de annexatie zoo aanzienlijk zijn gestegen. Maar dan had Eindhoven veel vlugger moeten annexeeren. Bovendien krijgt men er ook wat voor. Spreker noemt slechts de zorg voor zuigelingen, arbeidsbemiddeling, werk loosheidsverzekering en dergelijke. Dat zijn groepsbelangen, onderbreekt de heer VAN VEEN. De heer VAN HATTEM zegt, dat, wanneer er van groepsbelangen sprake is, deze bestaan bij het anti-annexa tie-comité. Dit is een groep, die niet uit arbeiders bestaat, maar uit eene kleine secte gepensionneerden een enkel finan cieel beter gesitueerden Deze worden gedreven door eigen belang. Dat enkele vroegere voorstanders thans zijn bekeerd, moet men niet au sérieux nemen. Er zit schijnbaar wat*an ders achter. Eene belangrijke uitbreiding van het ambtenarenkorps is niet te vreezen. Spreker kan zich niet voorstellen, dat de politie in die mate zal toenemen, als sommigen het willen doen voorkomen. Na de annexatie zullen de verschillende diensten veel economischer kunnen worden ingericht. In Breda is geen enkel sportterrein, niettegenstaande Breda mag bogen op twee voorname voetbalvereenigingen. Deze behooren in Breda hun speelterrein te hebben, maar niet in de omliggende landelijke gemeenten. Spreker kan het standpunt van den heer van Veen niet begrijpen deze wil telkens wat anders. Hij is niet voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 174