XVIII
BIJLAGE I.
zien noode, dat bij post 105 geen bedrag staat uitgetrokken
en verzoeken alsnog een post op de begrooting aan te
brengen.
Ook in een andere afdeeling kwam een der leden met
hetzelfde voorstel.
Hoofdstuk V.
Huizen N. V. Volkshuisvesting. Door een lid
werd bij nr. 120 gevraagd, of bij de woningen van de N.
V. Volkshuisvesting de huren nog steeds bepaald worden
in verband met de inkomsten der bewoners. Zoo ja, of het
College van Burgemeester en Wethouders dan vooral reke
ning houdt met eventueele verlaging van het inkomen.
Huur noodwoningen. Hetzelfde lid vond de huren
van de noodwoningen aan de Sluisstraat (Nr. 126) wel wat
hoog. Eveneens van die aan de terreinen der gemeente
reiniging en aan het Nonnen veld. Hij verzocht de mogelijk
heid te overwegen om tot verlaging over te gaan.
Huurcommissie. Door een lid werd bij Nr. 127 ge
vraagd, of er wel voldoende redenen bestaan tot het hand
haven der huurcommissie. Meerdere leden zouden het ten
zeerste betreuren, wanneer deze commissie werd opgeheven
en drongen ten sterkste op handhaving aan.
Exploitatie overschot middenstandswoningen.
Nadere toelichting van den post 147 en de daarbij behoo-
rende toelichting werd door een der leden verzocht. Hoe is
te verstaan, dat het onderhoud dier woningen hoogstens
f 35.per stuk en per jaar mag bedragen, dat dit bedrag
juist hooger is vastgesteld om jaarlijks een overschot in het
onderhoudsfonds te kunnen storten en dat onder volgnr. 146
Nrs. 17 en 18 der begrooting „Onderhoudswerken" in plaats
van f 35.— geraamd is f 50.plus f 50.— per woning.
Evenmin werd begrepen, hoe in 1922 van een bedrag van
f 420.na aftrek van onderhoudskosten f 498.30 als res
tant in het onderhoudsfonds gestort kon worden.