BIJLAGE II. IX dat aan het onderhoud van gebouwen en inrichtingen niet te kort wordt gedaan. Dat niet alleen voor gewoon onderhoud bedragen worden uitgetrokken, doch bovendien nog afzonderlijke sommen voor bijzondere onderhoudswerken, als behangen, verfwerk gevels, vernieuwen van schuttingen enz., wordt juist geoordeeld. Het gewone onderhoud als herstellingen aan vloeren, deu ren, ramen, trappen, kappen, enz., kleinere hoeveelheden verfwerk, aanstrijken van pannen, herstel van ruiten, ruimen van beerputten, bijwerken van bestratingen, werkzaamheden tengevolge van onvoorziene omstandigheden, als plotselinge verplaatsingen, stormschade enz. is niet door opneming te ramen. Het benoodigde bedrag wordt hier door de ervaring aangegeven. Zoodra echter bovendien belangrijke herstellin gen noodig zijn, als bovengenoemd, worden die opgenomen, geraamd, en als afzonderlijke post op de begrooting geplaatst. Wat betreft den post voor onderhoud der noodwoningen aan de Sluisstraat, kan worden medegedeeld, dat deze als beschikbaar bedrag werd opgegeven door de afdeeling Volks huisvesting en Bouwpolitie, in verband met de daar ge maakte exploitatie-rekening. Het uitgetrokken bedrag voor het onderhond der voor malige: marechausséekazerne in den Beijerd kan inderdaad wat hoog worden geacht. Hoewel het huis Sint dnnastraat 19 slechts f 170.— huur opbrengt, mag daarbij niet uit het oog worden verloren, dat een gedeelte van dat huis in gebruik is bij den Armenraad, waarvoor geen vergoeding wordt ontvangen. Bovendien moet uit de uitgetrokken f 75.— ook het onderhoud van de poort worden betaald. Voor de woningen boven de Boterbal wordt een bedrag van f 200.niet te hoog geacht. De huuropbrengst is f 1180. De woningen verkeerden in 1923 in een min of meer verwaarloosden toestand. Al mag de raming van nr. 206, punt 7 en 7a, woningen Prinsenkade, hoog zijn, zoo moet hierbij in aanmerking

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 37