BIJLAGE I. beide buitengemeenten die verlaging zal ten goede komen. In deze afdeeling betoogde een ander lid, dat de aan neming van het personeel voor den gemeente-dienst, in het bijzonder voor de Gasfabriek, behoort te geschieden door middel van de Arbeidsbeurs, omdat thans altijd dezelfde arbeiders bij de Gasfabriek worden aangenomen. Hiertegen merkte een ander lid op, dat de Gasfabriek een commercieel bedrijf is en derhalve de beste arbeiders moet uitkiezen. In een andere afdeeling verzocht een der leden nadere gegevens, waaruit kan blijken, dat door den ombouw meer economische resultaten worden verkregen, omdat zulks uit de overgelegde cijfers niet te zien is. Hetzelfde lid vroeg, waarom aan de fabriek „Kwatta" grootere reductie wordt gegeven dan aan anderen. Een ander lid vroeg, of conversie der 5 '/a leening 1924 niet mogelijk zou zijn. Meerdere leden dezer afdeeling hadden met bevreemding gezien, dat naast de jaarwedde van den directeur, den adjunct directeur en analyst nog eene vergoeding wordt uitgetrokken voor D r. v. d. Arend. Deze vroegen, of de werk zaamheden van laatstgenoemde niet door de andere func tionarissen kunnen worden verricht. Een ander lid verzocht vermelding van den kostprijs van het gas in de memorie van toelichting. WATERLEIDING. In een der afdeelingen drongen meerdere leden aan op eene spoedige behandeling van het voorstel Bogmans- Haaiman. Een lid van een andere afdeeling verzocht opgave van den kostprijs. Ook werd in dezelfde afdeeling gevraagd, in verband met de verlaging der kolenprijzen, of verhooging der posten 15 en 16 onder „Lasten" wel noodig is. Bovendien werd gevraagd, waarom uit de kas der Water-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 56