BIJLAGE I. VII In een andere afdeeling werd de vraag gesteld, of het geen aanbeveling zou verdienen méér deskundig personeel aan te stellen, vooral wat betreft het vervullen der functie van chauffeur-mechanicien. ONDERHOUDSWERKEN. Meerdere leden eener afdeeling spraken den wensch uit, de bruggen bij Haagpoort en Ambachtsschool te verbreeden, daar deze te smal zijn voor het verkeer. Een lid eener andere afdeeling betoogde eveneens deze wenschelijkheid voor de brug aan de Haagpoort. Ook vestigde één lid van eerstgenoemde afdeeling de aan dacht op de z. g. „Hirdesbrug" en vroeg, of Burgemeester en Wethouders niet met hem van meening waren, dat door de uitbreiding van het stadsgedeelte over die brug, een betere verbinding noodig is. BURGERLIJK ARMBESTUUR. Een lid eener afdeeling merkte op, dat de subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur te gering is, met als gevolg daarvan te lage uitkeering. Een paar leden dezer afdeeling betoogden, dat de samen stelling van het Burgerlijk Armbestuur nog steeds niet juist is, omdat deze nog steeds geen voldoende afspiegeling van de samenstelling der bevolking is. Verzocht werd daarmede in de toekomst rekening te houden. Dezelfde leden vroegen, of het niet mogelijk zou zijn het Burgerlijk Armbestuur te reorganiseeren, zooals bijv. in de grootere steden van ons land is geschied, waar het in „Maatschappelijk Hulpbetoon" is omgezet. Een ander lid merkte op, dat dit moeilijkheden zou kunnen opleveren met de overschrijving van fondsen, die aan het Burgerlijk Armbestuur zijn geschonken en derhalve niet van bestemming kunnen veranderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 58