bijlage i.
ix
verboden een doek mede te dragen met het opschrift„Weg
met het militairisme". Waar naar Sprekers meening deze
leuze meer en meer ingang vindt in alle kringen der maat
schappij, getuigde het verwijderen niet van een ruime op
vatting. Ook het verbod van zingen bij dien optocht werd
in dit verband zeer ontactisch gevonden. Ook wees een der
leden nog op het dansverbod ter gelegenheid van een feest
avond van den Modernen Metaalbewerkersbond.
Dit lid becritiseerde tevens het niet onmiddellijk goed
vinden door den Burgemeester van het plakken eener plaat
tijdens het autobussenconflict.
Ook vestigde dit lid de aandacht op de aanneming der
„Motie-Haaiman" in 1923 of 1924 betreffende een 52-
urenweek voor de politie.
Destijds is gezegd, dat dit met den nieuwen commissaris
zou worden besproken. Spreker vraagt, of deze bespreking
al heeft plaats gehad en wat het resultaat daarvan is geweest.
In een der afdeelingen verzocht een lid om in het vervolg
de arbeidsvoorwaarden van het politiepersoneel met alle
politiebonden te bespreken.
In een andere afdeeling becritiseerde een der leden het
politievertoon bij de openbare gemeenteraadsvergadering op
1 December j. 1., waar hij niet minder dan 3 inspecteurs en
5 a 6 agenten geteld had, om een 40 a 50 tal menschen
in bedwang te houden.
Straatverlichting. In eene afdeeling werd gevraagd,
of aan den ingang van het Valkenberg de gaslantaarns niet
door electrische kunnen worden vervangen, omdat dit aan
de verfraaiing van dat park zou ten goede komen.
Ook werd verzocht, het fietspad door dat park beter te
verlichten, welk verzoek door alle leden werd ondersteund.
Vervolgens verzocht één lid de verlichting der binnenstad
te doen plaats hebben tot 's nachts één uur, zulks ten be
hoeve van het verkeer.
In een andere afdeeling vestigde een lid de aandacht op
het onregelmatig blusschen der lantaarns aan het Station.