BIJLAGE I. VI gaven en wenschte gaarne te vernemen, waarom post 26 der uitgaven zoo hoog geraamd werd, waar toch, naar hij meende, de gebruiker zelf de kosten van reparatie, herijk enz. van den meter had te betalen. ELECTRICITEITSBEDRIJF. Raming „Stroom ver koop". Door een der leden werd gevraagd, waarom Burgemeester en Wethouders op 15 September 1924 voorstelden op grond van meerdere af gifte in de begrooting voor het electriciteitsbedrijf voor 1924 de post „Stroomverkoop" te verhoogen met f 40.200 en alzoo te brengen op f 390.200. terwijl in de begrooting voor 1925, waar voor de raming van dezen post vrijwel dezelfde gegevens als voor het voorstel van 15 September 1924 beschikbaar waren, slechts f 369.000. alzoo f 21.200.— minder wordt geraamd. Raming opbrengst per K. W. U. Voorts werd in twee der afdeelingen gevraagd, waarom dit jaar gemiddeld 23 ct. per K. W. U. als opbrengst werd geraamd tegen 22 cent in 1924. Zijn voorstellen tot verhooging van den prijs te verwachten Winstcijfer. In een andere afdeeling protesteerden meerdere leden tegen het hooge winstcijfer. Gevraagd werd, in verband met de gedane toezegging, om spoedig tot prijs verlaging over te gaan. Een der leden wenschte hiertoe, met vermindering van het batig saldo, zelfs direct te besluiten. TRAMBEDRIJF. Nieuwe begrooting. Door meerdere leden eener afdeeling werd betoogd, dat deze begrooting volstrekt niet meer overeenstemt met den sinds de opmaking gewijzigden toestand. In overweging werd gegeven een begrooting voor 2/8 jaar te ontwerpen, dit in verband met de stopzetting op uiterlijk 1 September a. s., en deze zoo in te richten, dat post 602 van de begrooting Algemeene Dienst overeenstemt met het volgens de begrooting voor het trambedrijf door de gemeente Breda te dragen verlies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 6