BIJBEGROOTINGEN.
S3T-
BIJLAGE II.
Ill
wij ons van beantwoording der gemaakte opmerkingen omtrent
een vroegere begrooting te moeten onthouden.
Bezuiniging. Op de niet gemotiveerde bemerkingen
kan niet worden ingegaan; op nauwkeurige aanduidingen
tot bezuiniging wordt steeds prijs gesteld.
Werkvrouwen. Voor zoover werkvrouwen in lossen
dienst (dus niet op arbeidscontract) werkzaam waren, vielen
zij evenals de vaste onder de werking der ongewijzigde
Pensioenwet 1922, wanneer deze losse dienst langer dan 1
jaar duurde. Zegels behoefden dan niet te worden geplakt.
Met ingang van 1 Juli 1925 werd deze wet gewijzigd in
dien zin, dat voor de na dien datum in lossen dienst ge-
tredenen zegels moeten worden geplakt, omdat dezè categorie
niet meer pensioengerechtigd is volgens de gewijzigde Pen-
sioenwet 1922.
Het aantal werkvrouwen in vasten dienst bedraagt 6,
terwijl het aantal losse zich naar behoefte regelt.
GASFABRIEK.
Een z. g. buizenrecht, te betalen door de Gasfabriek, be
staat niet. De invoering daarvan maakt evenwel een punt
van overweging uit.
De winst door de Gasfabriek gemaakt is niet abnormaal
hoog; voor gasprijsverlaging is thans nog geen reden.
Volgens den laatst verschenen maandstaat van het Centraal
Bureau van de Vereeniging van Gasfabrikanten in Nederland,
waarin de gasprijzen van 112 fabrieken over de maand
September 1925 voorkomen, hebben van deze fabrieken:
14 stuks een gasprijs lager dan 10 cent,
20
van 10
78 hooger dan 10
Ook ons College staat over het algemeen aanneming voor
door middel van de Arbeidsbeurs, waaraan niet in den weg