BIJLAGE II. XI Hoofdstuk VI. Urinoirs. Ons is niet gebleken op welke plaatsen in de stad oprichting van urinoirs noodig zou zijn. De noodzakelijkheid der vergrooting van het urinoir aan de Haagpoort zal worden onderzocht. Indien bedoeld wordt het urinoir bij de Tolbrug, dan kan worden medegedeeld, dat door de in de omgeving dier brug wonenden herhaaldelijk verzoeken zijn gedaan om het urinoir aldaar opgeruimd te krijgen. Hieraan kon niet worden vol daan, doch het wordt bezwaarlijk geacht het bestaande urinoir te vergrooten. Fonteinen. Nagegaan zal worden, of de bestaande regeling voor het spuiten der fonteinen kan worden uitgebreid. Trottoirs. Trottoirs worden niet meer opgebroken dan noodig is, terwijl bij herstel steeds de noodige spoed wordt betracht. W e g e n. De Vestkant en het Dijkje van ongeveer de Lunetstraat af liggen onder de gemeente Princenhage en worden als landweg onderhouden. Indien de aanwezige dwarssleuven in die wegen worden dichtgemaakt, worden zij door de bewoners weder open gemaakt. Een afdoende verbetering zou veel geld kosten en is in hoofdzaak een belang voor bewoners van eene andere gemeente. Indien met Verlengde Prinsenkade bedoeld wordt de weg van de Etnastraat af naar de Kunstzijdefabriek kan worden medegedeeld, dat deze weg als buitenweg wordt onderhouden en gedeeltelijk eigendom is van genoemde fabriek. Die weg, waarvan de onderhoudsplicht zich eigenlijk slechts uitstrekt tot onderhoudsplicht van den weg als Jaagpad (zie begrooting onderhoudswerken Hoofdstuk VII volgnr. 206 sub 24), is thans veel te smal om van trottoirs voorzien te worden voor een behoorlijk voetverkeer; tevens zou dan ook de beschoeiing moeten worden doorgetrokken tot aan de Kunst zijdefabriek. Het in orde maken van dezen weg zou een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 80