6 FEBRUARI 1925 3 *3» 3» De heer IR. VAN VEEN vraagt, hoe de voorzitter zich voorstelt de notulen van deze vergadering samen te stellen. Hetgeen spreker te zeggen heeft, is door hem op schrift gesteld hij acht het wel gewenscht, dat de redevoeringen zooveel mogelijk woordelijk in de notulen worden opgenomen. De VOORZITTER zegt, dat daartegen wel geen bezwaar zal bestaan. Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeen komstig het voorstel des voorzitters. De VOORZITTER stelt thans aan de orde het ontwerp van wet tot grenswijziging, zooals dat van Gedeputeerde Staten is ontvangen. De heer Mr. Dr. FICK zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter, Ik wil beginnen met de geruststellende verklaring dat ik kort zal zijn. Vooreerst omdat naar mijne meening een breed uitge sponnen betoog over de voordeelen en nadeelen der annexatie in deze vergadering niet aan de orde is. Vervolgens omdat, al mocht ik mij in dezen vergissen, voor een dergelijke uiteenzetting meer bevoegden hier aan wezig zijn, al vrees ik dat niemand één voor- of tegenstander zal bekeeren. „Het ontwerp van Gedeputeerde Staten wordt voorgelegd „aan het oordeel van eene door de kiezers voor den raad „te kiezen commissie uit de ingezetenen" art. 131 Gem. W. Dat ontwerp dus vormt het onderwerp van onze bespre kingen. En juist dat ontwerp met zijne memorie van toelichting lokt uit tot kort zijn, want ook Gedeputeerde Staten waren in hunne uiteenzetting sober en duidelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 87