6 FEBRUARI 1925. 9 van dagen, die, gekomen aan den avond des levens, de verdere dagen, welke hun nog resten, hier rustig wenschen door te brengen, maar de Bredasche bestuurderen hebben zonder de belangen van evengenoemde groep te veron achtzamen ook wel degelijk rekening te houden met de belangen van het komende geslacht en er voor te waken, dat zij, die na ons komen, niet de dupe worden van thans te nemen besluiten. Willen handel en nijverheid in deze streken zich verder uitbreiden en tot nog grooter bloei komen, dan behoort tijdig gezorgd te worden, dat geschikte terreinen voor be bouwing gereed liggen, en dat dit alles geschiedt volgens een bepaald plan, maar dan is het ook noodzakelijk, dat deze gronden komen onder het Bestuur van één gemeente, zoodat het bouwtoezicht, de behoorlijke naleving van de arbeidswet, de heffing van belastingen, enz. in één hand zijn. Het kan daarentegen niet in het belang van handel en nij verheid zijn, dat Breda industrieterreinen gaat gereed maken, die publiekrechtelijk hooren onder een andere gemeente, zoodat het geheel afhankelijk is van de verordeningen van die gemeente. M. de V. er zijn nog andere motieven, welke een annexatie gewenscht doen schijnen. Het aantal winkels, kantoren, pak huizen, café's neemt in onze stad immer toe en deze toename gaat ten koste der bestaande woonruimte. Een gevolg hier van is, dat juist de meer kapitaalkrachtige ingezetenen even over de grenzen gaan wonen en zoodoende de volle Bre dasche belasting ontkomen, terwijl juist de kleine middenstand zich die weelde van in de stad een winkel of kantoor te hebben en buiten te wonen niet kan veroorloven en daardoor het volle pond in de belastingen krijgt. Nu ontken ik niet het recht van de meer gegoeden om aldus te han delen, maar de Overheid heeft te waken, dat dergelijke toestanden niet ontaarden in misstanden, waardoor de economisch zwakkeren onbillijk en onrechtvaardig worden belast. De belangen toch dezer werkforensen bij een bloeiend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 93