10
6 FEBRUARI 1925.
Breda zijn veel grooter, dan voor hen, die gedwongen zijn
hier te blijven wonen. De uittocht der meer gegoeden zou
op den duur het gemeente-budget wel eens kunnen bedreigen.
Anderzijds maakt het voor deze forensen weinig verschil of
deze annexatie al dan niet een feit wordt, door de nu te
betalen 4/s belasting, duurder gas, enz. En men bedenke
goed, dat na annexatie de lasten van Breda niet in even
redigheid zullen vermeerderen, maar wel de inkomsten.
Waar ik nu toch over belastingdruk spreek, is het eigen
aardig even te wijzen op een persgesprek in de Bredasche
Courant van 1 1. Maandag, waarin o.m. de bewering stond,
dat de inkomstenbelasting hier ter stede hooger zou zijn,
dan in Rotterdam of den Haag. Met cijfers werd deze luk
rake bewering nietgestaafd, maar volgens de gegevens over
1923 '24 was de gemeentelijke inkomstenbelasting van Breda
lager met uitzondering van Haarlem dan van eenige
der 22 groote gemeenten in ons land. Bovendien om een
oordeel over een belastingdruk in een bepaalde gemeente te
vormen, moet niet alleen op de inkomstenbelasting gelet wor
den, maar ook op aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud,
kinderaftrek, opcenten op personeel en grondbelasting, straat-
en bedrijfsbelasting, enz. Trouwens het is werkelijk opval
lend hoe weinig zakelijk de argumenten der anti-annexionisten
zijn. Naast simpel eigenbelang schijnt oude rancune oorzaak
van veel verzet in deze te zijn.
Maar al zouden ook de bewoners dier gedeelten met een
stadskarakter zich een offer ten bate van het algemeen be
lang moeten getroosten, dit moet ook weer niet al te
zwaar worden opgenomen. Ook in de buitengemeenten
zullen de belastingen straks hooger worden, zoodat het
motief van voordeelig wonen daarmee verdwijnt. En of na
gebiedsvergrooting de belastingen in Breda zullen stijgen,
hangt af van den Raad welke dan gekozen moet worden.
En waar het tijdperk der oorlogsneurose voorbij is, valt het
niet te vreezen, dat deze annexatie in finantieel gevolg een
da capo van Grooter Eindhoven zal worden.