BIJLAGE I.
elke soort, dat op elk der marktdagen in 1926 op de vee
markt aanwezig is geweest.
Lasten. 7. Gevraagd werd, of de rente over dat deel
der kasgeldleening, waaruit de oprichting der Veemarkt is
betaald, over 1926 ten laste van dit Veemarktbedrijf is
gebracht.
10. Waarom wordt thans voorgesteld, 5 °/0 rente over
96000.-— gulden ten laste van het bedrijf te brengen, dus
ook over de f 33000.waarvoor de grond werd overge
nomen, terwijl bij de ontwerp-exploitatierekening, op 2 Sep
tember 1924 overgelegd door Burgemeester en Wethouders,
werd voorgesteld l'/2 °/o rente van dat bedrag te rekenen.
Ook de afschrijving werd toen alleen over f 54500.voor
gesteld, niet over de waarde van den grond. Ook werd de
vraag gesteld, waarom de rente en afschrijving vermeld in de
toelichting thans onder onvoorziene uitgaven zijn gebracht, en
niet rechtstreeks op posten 7 en 8, waarvan de bedragen
toch ook slechts geraamde bedragen zijn.
BURGERLIJK ARMBESTUUR.
Twee der leden oordeelden, dat het burgerlijk armbestuur
in zijn tegenwoordige samenstelling en werkwijze niet meer
van dezen tijd is, en gaf in overweging, dit te reorganiseeren
tot eene instelling in den geest van maatschappelijk hulpbetoon.
Ook de naam weerhoudt personen zich tot die instelling te
wenden.
Een dier leden achtte de uitkeeringen in geld hoewel
deze de laatste jaren hooger waren over het algemeen
te laag. Hij drong aan op verdere verhooging en achtte in
verband daarmede aanmerkelijke verhooging van artikel 1,
Afdeeling I, Hoofdstuk IV der uitgaven noodig.
ARMENRAAD.
Vele leden waren getroffen door het jaarverslag 1925,
waaruit bleek, dat de Armenraad slechts tweemaal in dat