XIV
BIJLAGE 1.
jaar had vergaderd, en dat de voornaamste behandelde punten
waren vaststelling der rekening en verantwoording 1924
en der begrooting 1926.
Gevraagd werd, of op deze wijze de Armenraad aan zijn
doel beantwoordt en of niet in het algemeen de activiteit
van dit college veel te wenschen overlaat.
GEMEENTEREINIGING.
Algemeene beschouwingen.
Twee der leden achtten het noodzakelijk, dat de mestvaalt
ten spoedigste naar buiten de gemeente werd gebracht, weg
uit de groote volkswijk, waarvan deze langzamerhand het
centrum is geworden. Een ander lid meende, dat thans het
verloop der annexatie diende te worden afgewacht, omdat
te verwachten was, dat de omliggende gemeenten niet tot
medewerking bereid zijn. Een ander lid drong erop aan, dat
de vuilverwijdering en productief making bij Burgemeester en
Wethouders een punt van studie zouden uitmaken. Gevraagd
werd voorts, of Burgemeester en Wethouders een gevestigde
meening hadden over de wenschelijkheid, voor deze gemeente,
vuilverbranding in te voeren. Gevraagd werd, waarom geen
afschrijving plaats vindt op paarden, voertuigen en auto's.
Uitgaven. Meerdere leden maakten de opmerking,
dat de pensioensbijdragen niet op deze begrooting voorkomen,
waardoor het eindcijfer der uitgaven geen juist beeld geeft.
Gevraagd werd, waarom dit niet in de begrooting werd
opgenomen. Meerdere leden achtten het wenschelijk den
directeur in een hoogere salarisklasse te plaatsen. In een
andere afdeeling werd op eenzelfde opmerking geantwoord,
dat in afwachting van het rapport der salariscommissie,
daartoe zeer zeker niet behoorde te worden overgegaan.
30. Een lid oordeelde, dat deze post te laag was ge
raamd.
Kapitaaldiens t. Meerdere leden achtten het wen
schelijk, niet tot aanschaffing van den Ford-vuilnisauto ad
f 3000,over te gaan. Het wordt juister geoordeeld, het