BIJLAGE I XXVII 501. Gevraagd werd door alle leden, welk bedrag op dezen post als benoodigd voor 1927, na het raadsbesluit van 14 December 1926 wordt geraamd. Verdient het geen aan beveling dit bedrag alsnog op de begrooting te brengen Is bij de vaststelling van den post „Onvoorziene uitgaven" deze zoo ruim genomen, dat thans daaruit een bedrag op dezen post kan worden overgebracht? Twee leden wensch- ten in de op 14 December vastgestelde steunregeling ook uitkeeringen aan ongeorganiseerden opgenomen te zien. 502. Gevraagd werd, of spoedige voorstellen tot werk verschaffing mogen worden tegemoet gezien. In verband hiermede wordt nog de aandacht gevestigd op de wensche- lijkheid de singels te doen uitdiepen. Hoofdstuk XI. 534 d. Gevraagd werd, wie van gemeentewege de uit oefening van den dienst controleert en controle uitoefent op de klachtenbussen in de autobussen. Gaarne vernam men, of de wagen met imperiale, wat stabiliteit betreft, aan de keuringseischen voldoet. Een lid drong aan op uitbreiding van het autobusverkeer, speciaal door een lijn van den Driesprong naar Princenhage, waar mede, aldus dat lid, zoowel de gemeentekas als de ingezetenen gebaat zouden zijn. Hetzelfde lid drong er op aan, dat Burgemeester en Wethouders, zoodra de gelegenheid zich daartoe voordeed, op den concessionaris pressie zouden uitoefenen, opdat deze de vervoercapiciteit in het drukke seizoen vergroote. Tevens werd gevraagd, dat voor de lijn Station-Haag poort-Van Coothplein-Ginneken, zal worden teruggekeerd tot den 20-minuten-diensthet lange wachten op het Van Coothplein zal dan komen te vervallen en de lijn tot betere ontwikkeling kunnen worden gebracht. In een afdeeling werd algemeen betreurd, dat Burgemees ter en Wethouders nog niet waren overgegaan de route van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 27