BIJLAGE II. V ongeveer 2 tot 3 maal zoo hoog zijn als die in 1913. Voor invoering vaneen z.g.n. buizenrecht wordt dezerzijds veel gevoeld. Wij overwegen in die richting een voorstel, dat een beter inzicht doet krijgen in de winstverhouding van het bedrijf. Baten. 1. Er is geen hoeveelheid gas geraamd, afge geven tegen lageren prijs, omdat bij het maken van de begrooting het raadsbesluit tot invoering van het vastrecht tarief nog niet was genomen. Thans zijn er volgens dat tarief 151 gebruikers, die te zamen minstens 116808 M3 moeten afnemen. Wat de levering aan inwoners van Ginneken betreft, kan thans aan de hand van het gebruik over 1925 en 1926 voor 1927 een verbruik van 200,000 M3 worden geraamd. In de begrooting voor 1926 kon te dezer zake geen raming wor den opgenomen, omdat bij de opmaking daarvan in den zomer van 1925 nog slechts een zestal maanden verloopen waren sedert met de aflevering in Ginneken een aanvang was gemaakt. Voor afneming binnen de gemeente is geen grootere hoe veelheid geraamd, omdat, hoewel wel eenige stijging verwacht wordt, het veiliger geacht werd de raming niet hooger te stellen. Het verbruik van electrischen stroom staat een groote stijging in den weg. 3. De raming kan onder de tegenwoordige veranderde omstandigheden eenigszins hoog geacht worden.' Dat een verlaging van ongeveer f 30,000,noodig zou zijn, kunnen wij evenwel niet toegeven. Tegenover de daling der cokes- prijzen, staan twee andere factoren, die de begrooting gunstig beïnvloeden, t. w. een lager gemiddelde van den kolenprijs in 1927 dan in het verslag is vermoed, waardoor de kosten van kolenaankoop met ruim f 7500,— dalen en voorts een verlaging der exploitatiekosten door het eigen gebruik van cokes. Het verschil in cokesprijzen, voorkomende in de begrooting der gasfabriek en in die voor onderhoudswerken vindt zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 39