BIJLAGE II.
XV
op
het
der
wor-
Va. De stijging der pensioenskosten is het gevolg van
het ontslag van meerdere oude leeraren, wier pensioen de
gemeente aan het Rijk moet restitueeren.
De vraag stellen, is haar beantwoorden, omdat toch mag
worden verwacht, dat wij geen begrooting zullen voorleggen,
waarvan wij overtuigd zouden zijn, dat de uitgaven niet
binnen de perken der raming zouden blijven.
In de samenvatting moet achter IV vervallen de toevoeging
„zonder b".
AVONDSCHOOL VOOR AMBACHTSLIEDEN.
Het slot der memorie van toelichting moet vervallen.
De bijdrage der gemeente Breda blijkt uit de begrooting.
Deze bedraagt f 6228,— (zie toelichting volgnr. 432a), ver
minderd met de bijdragen der buitengemeenten ad f 1900,—
(zie toelichting volgnr. 433a), dus netto 4328,
HANDELSAVONDSCHOOL.
De pensioensgrondslag is in het algemeen gelijk aan de
jaarwedde. Bij teruggang dier jaarwedde wordt dus ook de
pensioensgrondslag verlaagd. Onder de vroegere Pensioenwet
kon men in dit geval den hoogeren grondslag handhaven of,
zooals de wet dit noemt, „bevestigen". Ambtenaren in dienst
op 30 Juni 1922 hebben dit recht behouden.
BRANDWEER.
Uitbreiding der verzekering is in overweging.
GEMEENTE-BEGROOTING.
GEWONE DIENST.
Hoofdstuk II.
9. Naar onze meening is er geen reden de hier bedoelde
rechten, die in 1925 werden vastgesteld, thans te verlagen.