VI BIJLAGE I. bij den ombouw. Hij verzocht te worden ingelicht, welke oorzaken daarvoor waren aan te wijzen. Eenige leden maakten de opmerking, dac het salaris van den secretaris der commissie voor de lichtbedrijven ad f 400,— in volkomen wanverhouding stond tot de daarvoor gepres teerde diensten. Zij meenden, dat dit secretariaat, evenals dat bij andere commissies, onbezoldigd behoorde te zijn, althans, dat dit salaris in alle gevallen zeer belangrijk be hoorde te worden verlaagd. Onder opmerking, dat voor deze begrooting de arbeids- loonen met uitzondering der posten 23 tot 26, 28 tot 31 en 34, in totaal bedragen f 82700,en de tractementen 27000, samen alzoo f 109700,—, wenschte een lid te vernemen, hoe groot deze bedragen in 1913 waren. Een lid vraagt, hoe het staat met het buizenrecht. Baten 1In de toelichting is geen kwantum gas genoemd, afgeleverd tegen lageren prijs, tengevolge van het gebruik maken van het vastrechttarief. Gevraagd werd door alle leden eener afdeeling, of in de practijk daarvan geen of geen noemenswaardig gebruik wordt gemaakt, benevens zoo mogelijk opgave, van het aantal dergenen, die volgens het vastrecht tarief, gas afnemen en het aantal M3 dat deze samen ga randeeren af te nemen. 2. Waarom is ditmaal voor het eerst voor Ginneken 200000 M3 geraamd Waarop is dit gebaseerd Voor afname binnen de gemeente wordt geen grootere hoeveelheid geraamd. Is de maximum afname bereikt, of zijn^ er omstandigheden, die de stijging in den weg staan 3. Gemeend ,werddoor alle leden eener afdeeling, dat deze post niet gehandhaafd kan worden, doch zeer belang rijk zal moeten worden verlaagd. De raming der cokesop brengst is belangrijk hooger dan voor 1926; bedroeg toen de geraamde prijs per H. L. resp. 20, 75, 75 en 60 cent, thans wordb geraamd 45, 85, 85 en 75 cent. Deze hoogere raming is waarschijnlijk gebaseerd op de, tijdens het opmaken der begrooting nog voortdurende kolenstaking in Engeland,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 6