70
Het cijfer van 1,800,000 K.G. is berekend naar de door
den Directeur van den Vleeschkeuringsdienst verstrekte ge
gevenseen berekening naar de statistiek van 12 Neder-
landsche gemeenten zou voor hetzelfde aantal inwoners van
45,000 een slachtgewicht van 1,700,000 K.G. opleveren. Het
aangenomen cijfer kan dus als ruim worden beschouwd.
Bovendien is in het tweede Rapport-Mink van 23 September
1926 bij de berekening van de grootte der slachthallen, die
op zich zelf weer ruim is geschied, uitgegaan van een nog
grooter slachtgewicht. (1,845,000 K.G., zie blz. 9 van het
rapport), zoodat mag worden aangenomen, dat ook voor de
slagers in Ginneken en Teteringen ruimte genoeg in het
geprojecteerde slachthuis aanwezig is.
De gemeente Teteringen heeft zich eerst enkele weken
geleden bereid verklaard het slachten in het openbaar abat
toir te Breda voor hare gemeente te bevorderen, maar dit
legt weinig gewicht in de schaal, omdat het grootste aantal
inwoners van Teteringen binnen de annexatie valt en dus
begrepen is in het bovengenoemde cijfer van 45,000.
Het plan, zooals het nu wordt voorgesteld, kan dus be
schouwd worden te zijn berekend voor Breda na de annexatie
Ginneken Teteringen. De gemeente Prinsenhage heeft
zich niet bereid verklaard mede te werken, zoodat daarop
dus niet behoeft te worden gerekend.
Inrichting en groepeering en grootte der onderdeelen.
Betreffende de inrichting, groepeering en grootte der
onderdeelen zij allereerst verwezen naar het tweede rapport
van Ir. Mink, waarin uitvoerig beredeneerd is aangegeven,
welke ruimten noodig of gewenscht zijn en welke afmetingen
de verschillende lokaliteiten moeten verkrijgen.
In groote lijnen is de groepeering hetzelfde gebleven als
bij het reeds vroeger ingediende plan, echter zijn verschillende
ruimten vervallen of van andere afmetingen geworden en
zijn de bijgebouwen verkleind. Ook in de onderlinge ligging
van de lokalen in het hoofdgebouw is verandering gebracht.