76 In de afdeelingen werd onder genoemd punt „installatie" tevens opgemerkt, dat uit de begrooting behoorden te blijken de kosten van raccordement, watervoorziening, waterzuive ring, toezicht op uitvoering en renteverlies tijdens den bouw. Eveneens werd nadere specificatie gevraagd van den post „oprichtingskosten" meubilair en diverse benoodigdheden ad. f 21,861,—. Het raccordement zal niet worden gemaaktde kosten voor watervoorziening zijn in die van de technische instal latie opgenomen. Ten aanzien van het waterzuiveringsvraag- stuk kan worden opgemerkt, dat de al of niet noodzakelijkheid daarvan eerst zal blijken bij de vergunning volgens de Hinderwet, welke door Gedeputeerde Staten wordt verleend. Uit een conferentie met den Inspecteur der Volksgezondheid en den Directeur van het Rijksinstituut van afvalwater zuivering is mij gebleken, dat aan de wenschelijkheid van zuivering niet getwijfeld behoeft te worden en dat genoemde heeren het ook absoluut noodzakelijk vonden. Over de wijze waarop, kon nog geen antwoord worden gegeven, doch de genoemde Directeur gaf als voorloopige raming een cijfer van f 20,000,op. Wat betreft de architectenkosten moet volgens uw schrijven van 3 Mei 1926 worden vergoed door het betrokken bedrijf 5 °/0 van de bouwkosten of 5 °/o van f 439,000,— is f 22,000, voor dagelijksch toezicht kan worden gerekend f 4000,—, terwijl de kosten van den adviseur zijn f4000, De oprichtingskosten voor meubilair, enz. zijn indertijd door den Directeur van den Vleeschkeuringsdienst opgemaakt, die deze opgave wel zal herhalen, terwijl tevens door hem aan de hand van de begrooting een exploitatierekening moet worden opgemaakt. Tenslotte moet door het bedrijf nog worden betaald de grond ter oppervlakte van 13,221 M2 ad f6,— per M3 is f 79,326,.zoodat het totaal benoodigde crediet voor het slachthuisbedrijf bedraagt f 439,000,(bouwkosten tech nisch inrichting) f20,000,.(waterzuivering) f 30,000,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 76