77 (honorarium en toezicht) f 79,326,— (grond) f568,326, T" nog eventueele inrichtingskosten door den Directeur van het Bedrijf op te geven. De rapporten van den adviseur geven antwoord op de meeste vragen door den gemeenteraad opgeworpen in zijn Centraal Rapport. Voor zoover dit niet het geval is en deze vragen mijn dienst betreffen moge hieronder alsnog een antwoord daarop volgen. In den aanvang van het rapport wordt opgemerkt, dat eerst een crediet zou moeten worden aangevraagd als uit voerige plannen gereed waren, omdat die een waarborg zou den opleveren, dat geen nader crediet zou worden aangevraagd, zooals wel was gebeurd bij het Trambedrijf, Ambachtsschool, verbouwing gasfabriek en stadhuis. Hierop kan worden ge antwoord, dat de plannen, zooals zij thans zijn ingediend, een voldoenden grondslag vormen voor het opmaken van een begrooting voor de credietaanvrage. Zou men een absoluut juiste begrooting wenschen, dan zou elk onderdeel van het plan gedetailleerd moeten zijn, wat een groote hoeveelheid werk en tijd vraagt, hetgeen alles verloren zou zijn, indien het plan niet werd aangenomen. De thans ingediende begrooting is zoo nauwkeurig mogelijk vastgesteld, op dezelfde wijze als dat geschied is met alle credietaanvragen voor nieuwe werken van mijn dienst. En deze begrootingen zijn altijd zoo juist geweest, dat nog nooit voor Openbare Werken een nader crediet is moeten worden aangevraagd, hoewel het, gezien het groot aantal werken, dat de laatste jaren is uitgevoerd, in het geheel niet ver wonderlijk zou zijn geweest, als dat eens wel had moeten gebeuren. De overschrijding der credieten voor trambedrijf, ambachts school, gasfabriek en stadhuis zijn geschied öf op begrootingen welke niet door Openbare Werken waren gemaakt, óf door verandering van de aanvankelijk vastgestelde plannen. Ongeveer te zelfder plaatse in het Centraal Rapport wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 77