k 86 22 en 23. Rente van opgenomen kapitalen en aflossingen. De oprichtingskosten bedragen 1Gebouwen 2. Installatie 3. Grond 4. Honoraria 5. Afvalwaterzuivering 6. Oprichtingskosten f 350000.. - 89000.— - 72715.50(13221 M2af5.50) - 30000.— - 20000.— - 28284.50 Totaal f 590.000.- De posten 1 tot en met 5 zijn gemotiveerd in het rapport van Openbare Werken. Voor 6 geldt de volgende toelichting. Onder inrichtingskosten valt het volgende lste. Overname van den inventaris van den vleeschkeu- ringsdienst. Deze zal op 1 Januari 1929 een boekwaarde bezitten van nihil. Voorts zijn noodig de aankleeding van 4 kantoren, n.l. die van den directeur, adjunct-directeur, administrateur en hulpkeurmeesters en van het laboratorium huistelefoon verbonden met de slachthallen en de machine kamer, aanvulling van kantoormeubilair en laboratorium installatie en brandkast, hetgeen geschat wordt op f3500. Verder zijn voor losse inventaris op het slachthuis noodig minstens 3 mestwagens, standpijpen met slangen, kolen- wagentjes, schoppen, rieken, veldsmidse, werkbank met instrumenten, enz. te schatten op f 7500.—. Een derde deel van deze post is het renteverliesde Gemeente leent tegen b.v. 4.75°/0 op het tijdstip, dat de bouw begint. Dan moet direct worden voldaan den prijs van den grond. Verder worden in het begin diverse termijnen voor bouw en installatie betaald, dus hiervan mist het bedrijf de rente. Ook krijgt het bedrijf een lager percentage van het geleende geld, wat in rekening-courant wordt geplaatst bij den Gemeente-Ontvanger. Dit renteverlies wordt geschat op f 17000.—. Voor onvoorzien en afronding wordt gerekend f 284.50.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 86